Voor je begint
Om bij te blijven wat en hoe jij alles maakt, houd je een 'portfolio' bij. Alle opdrachten die je maakt, bewaar je. Open daarom altijd eerst Word. De opdrachten maak je namelijk in Word. Ben je klaar met een onderdeel? Sla dan je opdrachten op. Doe je dit niet? Dan kan de docent niets controleren en jij niks nakijken.
Doel: - aan het eind van deze les weet je hoe je het onderwerp van een tekst kunt vinden.
- aan het eind van deze les kun je de theorie over het onderwerp toepassen.
Doel: - aan het eind van deze les weet je hoe je het onderwerp van een tekst kunt vinden.
- aan het eind van deze les kun je de theorie over het onderwerp toepassen.
Theorie
Tekst 1Tekst 2 |
Opdracht 1Is het juist of onjuist?
a) Het onderwerp van een tekst geeft aan waar de tekst over gaat. b) Het onderwerp schrijf je in een hele zin. c) Twee teksten die over hetzelfde onderwerp gaan kunnen een heel verschillende inhoud hebben.
Bekijk tekst 1 'Caroline (11 jaar) mag toch football spelen'.
a) Waar ga je naar kijken in de tekst om het onderwerp te vinden? Noteer de stappen. b) Bekijk je antwoord van a). Wat is het onderwerp van tekst 1? c) Waarom mocht Caroline niet meer meespelen? Noem alle redenen die in de tekst staan Naar beneden scrollen voor meer opdrachten Opdracht 3Bekijk tekst 2.
a) Wat valt je op als je naar deze tekst kijkt? b) Wat is het onderwerp tekst 2? c) Waar heb je naar gekeken om achter het onderwerp te komen? c) Hoeveel is 20.000 dollar in Euro's d) Hoe is het meisje aan het geld gekomen? Oefeningen en toetsenHeb je alles door? Maak dan de toets.
Toets niet goed gemaakt? Ga dan door met de opdrachgten die hieronder staan. Succes.
|