Ging het niet goed? Extra uitleg vind je hieronder. Succes!
Korte herinnering: pv vind je door de zin van enkelvoud naar meervoud te veranderen of door de tijd te veranderen. De vraagzin laten we nu even weg.
Voorbeeldzin 1:
Ik eet elke dag soep met daarin gehaktballetjes.
Pv = eet
Wie (of wat) eet?
Antwoord is: ik
Klopt dit?
Ik eet elke dag soep met daarin gehaktballetjes.
Wij eten elke dag soep met daarin gehaktballetjes.
Ja, het klopt! Het onderwerp verandert mee met de persoonsvorm. Dus 'ik' is het onderwerp.
Voorbeeld 2
Loop jij morgen de marathon van Eindhoven?
Pv = loop
Wie (of wat) loop(t)?
Antwoord is: jij
Klopt dit?
Loop jij morgen de marathon van Eindhoven?
Lopen wij morgen de marathon van Eindhoven?
Ja, het klopt! Het onderwerp verandert mee met de persoonsvorm. Dus 'jij' is het onderwerp.
Voorbeeldzin 1:
Ik eet elke dag soep met daarin gehaktballetjes.
Pv = eet
Wie (of wat) eet?
Antwoord is: ik
Klopt dit?
Ik eet elke dag soep met daarin gehaktballetjes.
Wij eten elke dag soep met daarin gehaktballetjes.
Ja, het klopt! Het onderwerp verandert mee met de persoonsvorm. Dus 'ik' is het onderwerp.
Voorbeeld 2
Loop jij morgen de marathon van Eindhoven?
Pv = loop
Wie (of wat) loop(t)?
Antwoord is: jij
Klopt dit?
Loop jij morgen de marathon van Eindhoven?
Lopen wij morgen de marathon van Eindhoven?
Ja, het klopt! Het onderwerp verandert mee met de persoonsvorm. Dus 'jij' is het onderwerp.