Opdracht 1Benodigdheden: Word, theorie onbepaald lidwoord
Zoek de onbepaald lidwoorden in de volgende zinnen: 1. Een meisje uit mijn klas heeft vanmorgen tijdens gym een arm gebroken. 2. Ze wilde een salto maken. 3. Vanmiddag moest ze naar het ziekenhuis toe voor gips. 4. Nu heeft ze een arm in het gips en een arm die ze gewoon kan gebruiken. |