Voor je begint
Om bij te blijven wat en hoe jij alles maakt, houd je een 'portfolio' bij. Alle opdrachten die je maakt, bewaar je. Open eerst Word. De opdrachten maak je namelijk in Word. Ben je klaar met een onderdeel? Sla je opdrachten dan op. Doe je dit niet? Dan kan de docent niets controleren en jij niks nakijken.
Theorie
Tekst 1Tekst 2Beste lezers,
Mijn ouders en ik gaan altijd op vakantie met de camper. Nu hebben wij met vrienden afgesproken om samen te gaan reizen. Er is echter één ding waar ik een probleem mee heb. Onze vrienden doen hun grote behoefte, hun drol dus, in een plastic zakje. Ze poepen dus niet in hun wc in de camper. Vervolgens lopen ze met hun plastic zakje over de camperplaats of als we vrij staan en er nergens een prullenbak te vinden is, deponeren ze het zakje onder hun camper. Ik vind dit zo ontzettend vies. Ten eerste wil ik niet zien wanneer iemand zijn behoefte heeft gedaan, wat ik dus nu wel zie omdat ze met een zakje lopen waar niet veel in zit en dus geen afval is. Ten tweede als er geen prullenbak is, moet ik naar dat zakje kijken dat onder hun camper ligt. Als het erg warm is, wordt dat zakje steeds boller en boller. Ik snap gewoon niet waarom mensen hier hun camperwc niet voor durven gebruiken. We willen toch niet in een soort riolering op vakantie gaan? Doe er dan wat aan! Met vriendelijke groet, Iemand die gewoon op de wc gaat in de camper. |
Opdracht 1Bekijk tekst 1. Je ziet een advertentie van 'Eetcafé Zuiderzand'. Maak vervolgens opdracht a t/m d.
a) Wat is het onderwerp van tekst 1? b) Wat wil het eetcafé met deze tekst? Wat is dus het tekstdoel? c) Stel jij wil samen met je klasgenootjes eten bij dit eetcafé. Wat moet je dan doen? d) Je klasgenootjes kunnen alleen op woensdag afspreken. Kunnen jullie dan bij Eetcafé Zuiderzand eten? Opdracht 2Bekijk tekst 2. a) Wat is dit voor tekst? b) Wat is het onderwerp van tekst 1? c) Wat wil de schrijver met deze tekst? Wat is het tekstdoel? d) Voor wie is deze tekst bedoeld? e) Ben jij het eens met de schrijver? Leg je antwoord uit. f) Ben jij door deze tekst anders gaan denken over het onderwerp? Leg je antwoord uit. Opdracht 3
Beantwoord de volgende vragen:
a) Wat is het tekstdoel van een strip? b) Wat is het tekstdoel van een gebruiksaanwijzing? c) Wat is het tekstdoel van een instructie? d) Wat is het tekstdoel van een uitnodiging? e) Wat is het tekstdoel van een nieuwsbericht? f) Wat is het tekstdoel van een affiche? |