Het Wederkerend voornaamwoord (wederkerend vnw) verwijst naar de persoon die het onderwerp is. Het onderwerp komt nog een keer in een andere vorm terug.
Het wederkerend voornaamwoord komt alleen voor in combinatie met een wederkerend werkwoord. Wederkerende werkwoorden zijn bijvoorbeeld: zich schamen, zich ergeren, zich vergissen. Het wederkerende voornaamwoord is eigenlijk dat woordje 'zich', of een ander vorm daarvan.Bekijk het schema rechts voor meer uitleg. Heb je het schema goed bekeken? Ga dan door met onderstaande oefeningen. TIP:
Als je twijfelt, bestaat een handig trucje: als je de zin in de derde persoon enkelvoud zet (de hij-vorm) dan verandert het wederkerend voornaamwoord in 'zich' en dat is makkelijk te herkennen. Dus: Je verveelt je. wordt dan: Hij verveelt zich. |